Ben ik spiritueel?

Ik heb altijd het beeld gehad van mensen die spiritueel zijn. Die zijn ook helemaal in alles zen, liefdevol en spiritueel. Altijd wijs, altijd de mooie dingen op hun pad, de mensen die alles toe valt en dat ook zo beleven, die een zijn met zichzelf en hun omgeving. Die altijd gezond eten, verantwoorde keuzes maken en bevrijd zijn van verleidingen; een soort chronisch verlichte staat van zijn.
Aan dat beeld voldoe ik dus niet. 

In mijn zwart-wit denken was je óf het een óf het ander. Anders is het fake. En van fake hou ik niet. Ik hou van echt. Maar echt is best eng. Door kwetsbaar te zijn ben ik gekwetst. Je zelfvertrouwen krijgt een knauw, het vertrouwen in de wereld en het vertrouwen in de mens. Burn-out en depressie, zelftwijfel, teruggeworpen op jezelf. Rauwe stilte die je dwingt tot inkeer, bezinning en bijstellen van alles wat niet meer past. Er is besef dat je lijf, je persoonlijkheid op zijn donder heeft gekregen. In essentie ben je nog steeds de ziel die je altijd was.

Twee werelden komen bij elkaar. Soms is dat meer aards, soms is dat meer spiritueel, verbonden in stilte en afgestemd op verfijnde energie. Fysiek gaat prima samen met spiritueel. Sterker nog, je lijf, stem, houding, blik en gedachten geven uiting aan de energie. Wat een instrument. 

Veel mooier kan ik het niet maken en dat hoeft gelukkig ook niet. Ik ben aangesloten in de fysieke wereld en in de spirituele wereld. Ik eet soms gezond, ben soms een beetje zen en ben soms bevrijd van verleidingen. Soms bevrijd van een oordeel over mezelf en soms bevrijd van de vraag of ik spiritueel ben. Dat is bevrijdend zeg! Bijna spiritueel.

 

Guido, 30 november 2021